Het negende hoofdstuk van Genesis staat in het teken van zegen. De vloed is voorbij en God zegende Noach en zijn zonen, die de aarde moest herbevolken. God waarschuwde Noach dat hij alles mocht eten, behalve vlees met het bloed erin. De evangelist legt de diepere betekenis uit, en toont het verband met het vergoten, kostbare bloed van Gods’ Zoon Jezus Christus.